Ruzie maken is leerzaam
Je kind steekt er een heleboel sociale vaardigheden door op. Denk maar aan het verwoorden van wat je voelt, leren rekening houden met de wensen van een ander, opkomen voor jezelf, onderhandelen, tot een compromis komen, … Maar dat lukt meestal niet van de eerste keer. Een kind moet als het ware ‘leren’ om op een goede manier ruzie te maken. Stel daarom duidelijk grenzen rond welk gedrag wel en niet kan (denk bijvoorbeeld aan slaan, vloeken, roepen, …). Waar die grenzen liggen, bepaal je als ouder zelf. Respecteert je kind de grenzen niet, wees dan consequent en grijp in. In dat geval reageer je best op het gedrag van je kind (‘je mag niet slaan’) en niet op zijn persoonlijkheid (‘je bent agressief’). Leg je kind uit dat het zich bijvoorbeeld gerust boos mag voelen, maar dat dit niet een goede manier is om met die boosheid om te gaan. Toon je kind alternatieven: tot tien tellen om rustig te blijven, zeggen wat je stoort zonder verwijten te maken, wachten tot de ander is uitgesproken, … Zo leert je kind niet enkel dat iets niet mag, maar leert het ook op welke manier het in de toekomst een ruzie kan aanpakken.
Leer je kind om het na een ruzie terug goed te maken. Vaak hebben kinderen een duwtje in de rug nodig om het terug bij te leggen. Moedig je kind aan en toon waardering als het die stap zet. Je kan zelf ook eens sorry tegen je kind zeggen als je vindt dat je te hard gereageerd hebt. In heel wat gezinnen lopen ruzies tussen broer en zus soms hoog op. Het gezin is voor kinderen een veilige omgeving om te experimenteren: broer en zus ben je voor het leven, dus je hoeft niet bang te zijn dat de vriendschap wordt verbroken door een lelijke ruzie. Kinderen voelen dat aan, maar hebben ook binnen het gezin vaak ondersteuning nodig om het bij te leggen.
Soms zijn kinderen nog te boos om een gesprek te kunnen aangaan. Dan kan het een goed idee zijn om hen even apart te laten afkoelen. Wanneer de boosheid gezakt is, is het vaak een stuk makkelijker om het bij te leggen. Dat kan door het uit te praten, door af te spreken dat jullie iets fijn voor elkaar gaan doen (bv. een tekening maken), door het speelgoedje te herstellen dat je kapot maakte, …
Ik kan de kinderen toch niet laten doen?
Kinderen leren het meest van ruzie als ze de kans krijgen om het conflict zelf op te lossen. Zolang de ruzie evenwichtig verloopt en de kinderen elkaar geen pijn doen, doe je er goed aan om de ruzie op zijn beloop te laten. Zo vermijd je ook dat kinderen aandacht krijgen omdat ze ruziemaken, want dat kan toekomstige ruzie in de hand werken.
Beslis je om tussen te komen, kies dan geen partij. Reageer niet op uitroepen zoals ‘papa, zij heeft me geschopt!’ of ‘mama, hij is begonnen!’, maar benadruk dat ruziemaken altijd met twee gebeurt en dat de kinderen allebei hun aandeel hebben in het conflict. Probeer de kinderen te begeleiden om de ruzie op te lossen, maar ga het niet in hun plaats doen. Vraag hen om aan elkaar uit te leggen waarom ze boos zijn en laat ze zelf nadenken over mogelijke oplossingen.
Ruzie tussen kinderen kan veel van je vragen als ouder. Soms voel je je eigen ergernis stijgen. Goed zorgen voor jezelf en tijd nemen om uit te blazen is in dat geval belangrijk. Ga gerust even apart zitten of zeg de kinderen kordaat dat ze hun geruzie elders moeten voortzetten (bv. buiten). Probeer je eigen woede onder controle te houden, want je kind neemt jou als voorbeeld van hoe het met gevoelens moet omgaan.